Herken je dit? Je gaat eindelijk werk maken van dat boek waar je al jaren over droomt. Want je zou het heel goed kunnen gebruiken als binnenkomer bij nieuwe klanten of als aanvulling op dat seminar waar je volgend jaar moet spreken.
In het begin schrijf je lekker door, maar als je het terugleest mis je rust, structuur of merk je dat je in herhalingen valt. Of het schrijven gaat juist helemaal niet lekker, je weet niet waar je moet beginnen of zit voortdurend te wikken en wegen welke woorden je het best kunt gebruiken. Troost je: alle begin is moeilijk, maar schrijven wordt makkelijker als je veel oefent. Deze 8 stappen helpen je naar beter schrijven.
1 Spreek je schrijfervaring aan
Realiseer je dat je al regelmatig schrijft. Zie e-mails, offertes, notulen etc. als warming up voor je boek. Zie ze als warming-up voor je boek en grijp ze aan om je schrijfstijl te verbeteren. Experimenteer met verschillende manieren om een zin op te bouwen, verzin synoniemen voor woorden die je regelmatig gebruikt en vergroot zo je woordenschat. Kijk eens wat het gebruik van tussenkopjes kan doen voor de helderheid van je tekst. Als je je beter bewust bent van deze ervaring ga je vanzelf beter schrijven.
2 Weet wat je wilt zeggen
Bouw je tekst eens op vanaf de basis: wat is de rode draad van je boek? Aangezien het je marketing moet ondersteunen, dus gericht is op klanten en vakgenoten, zou je de boodschap van je boek in principe in een zin moeten kunnen uitleggen.
3 Onderbouw
Als je je belangrijkste boodschap hebt geformuleerd kun je in grote lijnen beschrijven hoe je tot deze boodschap bent gekomen. Waarop baseer je je visie (bronnen), welke begrippen moet je uitleggen (achtergrondinformatie) zodat de niet-zo-goed-ingevoerde lezer je kan volgen? Welke onderwerpen hangen hiermee samen? Wat is de redenering die je in je boek volgt?
Doe dit puntsgewijs, dan kun je daarna gaan schuiven met de onderwerpen zodat ze logisch op elkaar volgen en het verband van je boek gaat toenemen… Als je zo tot een hoofdstukindeling komt, kun je ook de hoofdstukken gedetailleerder gaan beschrijven.
4 Schrijf waarover je wilt schrijven
Soms komt een boek tot stand van het eerste tot het laatste hoofdstuk. Maar het is niet gezegd dat dat voor jou werkt. Mijn eigen ervaring is dat ik het best schrijf over een onderwerp waarover ik enthousiast ben, of waar ik veel mee ben bezig geweest. Ongeacht of het in het midden of aan het eind van de inhoudsopgave zit. Als ik vol van iets ben, dan lijkt het schrijven wel vanzelf te gaan. Het tegengestelde is ook waar: dat je uren kunt zitten peinzen over een onderwerp en maar niets op papier krijgt.
5 Laat gerust even liggen
Schrijven is gewoon lastig als je geen inspiratie hebt. Je kunt jezelf forceren en doorschrijven, maar je kunt jezelf ook toestaan om je tekst even helemaal los te laten. Leg het weg, ga iets anders doen en je zult merken dat er een moment komt waarop je ineens weet hoe je verder moet. In je onbewuste heeft het onderwerp doorgesudderd. Beter schrijven betekent ook dat je je momenten weet te pakken.
6 Schrijf jezelf leeg
Als je eenmaal weet wat je wilt schrijven, tik dan gewoon door tot je vingertoppen pijn doen. Laat je niets gelegen liggen aan spelling, zinsbouw of logica, maar leg alles vast wat je over het onderwerp wilt zeggen: wat je al eerder hebt geschreven bij je onderbouwing, maar ook alle nieuwe onderwerpen die je tijdens het schrijven te binnen schieten.
7 Evalueer en redigeer
Pas als je hoofd helemaal leeg geschreven is, ga je lezen wat je hebt geproduceerd. Je zult merken dat je je tekst vanzelf al gaat herstructureren – sommige alinea’s komen beter uit op een andere plek – of dat je kunt schrappen als onderwerpen vaker ter sprake komen. Vaak gaat het vanzelf, maar als je twijfelt, ga dan terug naar de structuur die je bij stap 2 hebt bedacht. Is de logica in orde, ga dan kijken naar de stijl en de spelling. Zo redigeer je van groot naar klein, van structuur naar alinea naar zin, en ten slotte op woordniveau.
Dit is ook het moment om je woordkeuze kritisch te bekijken: zijn het termen die je ook in het dagelijks leven gebruikt? Of heb je onbewust gekozen voor imponerende termen, jargon of vaktermen. Om indruk te maken, of omdat je denkt dat dat zo hoort? Kies een stijl die dicht bij jezelf ligt.
8 Nog beter schrijven? Schrap
Onthoud: de lezers van non-fictie malen er niet om of je lange zinnen gebruikt of samengestelde werkwoorden. Zij willen begrijpen wat je zegt! Om een lang verhaal kort te maken: je hebt die eerste versie ongecensureerd op je scherm geworpen, nu is het tijd om het resultaat te ontdoen van overbodigheden. Of het nu stopwoordjes zijn, teveel achtergrondinformatie of wollig taalgebruik. Cut the crap. Gebruik die deleteknop. Wees hard voor jezelf en zuiver je tekst van ongewenste elementen.
Kort en helder wint het in non-fictie nog altijd van lang en breedsprakig.