Als schrijver wil je dat je artikel of boek lekker leest, want dat verhoogt de kans dat je boodschap goed overkomt bij de lezer. Of een tekst voldoende leescomfort heeft, hangt af van een aantal factoren.
Die leesfactoren zijn:
- Een zorgvuldige opbouw met gebruik van tussenkopjes die de lezer als wegwijzer kan gebruiken
- Theoretische stukken die je aanvult met praktijkvoorbeelden of beeldmateriaal
- Korte en lange zinnen die elkaar afwisselen
Heb je dat allemaal voor elkaar, dan komt een belangrijke check: het zoeken – en schrappen – van de stopwoordjes. Men zegt wel eens: ‘stopwoordjes, de pest voor je tekst.’ Toch kunnen we niet zonder.
Opvulling
Waar hebben we het eigenlijk over?
Een stopwoord is een uitdrukking die iemand regelmatig gebruikt zonder er veel betekenis in te leggen. Dit kan zowel een woord als woordgroep zijn. Stopwoorden hebben verschillende functies: om woorden kracht bij te zetten, de spreker houvast te bieden in zijn betoog en vooral om pauzes op te vullen die de spreker tijd geven om na te denken. Formeel gezegd schept een stopwoord de mogelijkheid om de betekenisdichtheid van een taaluiting te verlagen. Net als bij het woord stoplap, duidt het stoppen hier niet op ophouden, maar op opvullen.
Voorbeelden in een gesprek
- zal ik maar zeggen
- zeg maar
- dat wil je niet weten
- dat is echt mijn ding
- ja toch
- ik geloof dat iedereen daar last van heeft
- ik bedoel van
- weet je wat het is
- echt niet
- klopt
- nou, ja
- of zo
Biologerend
Meestal hebben we niet eens door dat we stopwoorden gebruiken, maar als je je er eenmaal van bewust bent dat je gesprekspartner – of jijzelf – regelmatig een woord herhaalt, kunnen ze biologerend werken. Je let alleen nog maar op of het terugkomt, sommige mensen gaan ze zelfs tellen, andere moeten erom lachen. En de rest van het verhaal gaat langs je heen. We gebruiken stopwoorden vooral bij het spreken, maar ook in zakelijke teksten komen ze voor, dan gaat het vaak om het prettig verpakken van een boodschap. Een zin loopt voor je gevoel nét iets beter als je er ‘even’ in gebruikt, of ‘best’, of ‘dus’ (mijn persoonlijke stopwoordje).
Voorbeelden stopwoorden in geschreven tekst
- wel, heel, veel
- want
- toen, en toen, en
- wellicht, misschien
- persoonlijk vind ik
- maar, doch
- hetwelk, welk
- alsook, ook
- dus
- inderdaad
- echt, best
- dat
- kennelijk
- even
- hoor
- met name
Gevaar?
Stopwoorden zijn dus een soort herhaling* en die kun je beter vermijden bij het schrijven. Maar is het juist om te zeggen dat stopwoordjes ‘de pest voor je tekst’ zijn? Je kunt terecht opmerken dat ze onvermijdelijk zijn als je een zeker leescomfort nastreeft. Het gevaar is echter dat je de constructie die jijzelf het prettig vindt om je boodschap in te verpakken, te vaak gaat toepassen. Dan loop je de kans dat jouw persoonlijke stopwoordjes gaan opvallen, waardoor de aandacht van de lezer wordt afgeleid van de boodschap zelf en daarmee zijn al je schrijfinspanningen voor niets geweest.
Stopwoordjes advies
Gelukkig kunnen de meeste stopwoordjes worden geschrapt zonder dat er veel verandert aan de betekenis van de zin. Ze zijn maar opvulling, nietwaar? Vandaar mijn advies om als je regelmatig zakelijke teksten schrijft of werkt aan een business boek, de check op stopwoorden nooit over te slaan.
- Leg een lijstje aan van jouw persoonlijke stopwoorden. Let op: dat kan veranderen in de loop der tijd
- Gebruik de zoekfunctie van Word om te checken hoe vaak ze voorkomen in je tekst.
- Schrap ze zo nodig, of vervang ze door een alternatief.
De kans is aanwezig, maar ga er liever niet vanuit dat jij bij het schrijven geen stopwoorden gebruikt. Als je voldoende aandacht wilt voor jouw kernverhaal of -betoog, is een prettig leesbare tekst de eerste voorwaarde. Stopwoorden kun je daarin functioneel inzetten, om je woorden kracht bij te zetten of een zin prettiger te laten lopen, maar wees er voorzichtig mee.
* Als je meer wilt lezen over herhalingen, klik dan op:
Je schrijfstijl verbeteren
Herhalingen een gevaar voor je verhaal